Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2026-2029 Definitief

Wet open overheid

Op 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) in werking getreden. Met deze wet wil de wetgever de openheid en transparantie van de overheid vergroten. Om dit te bereiken wil de Woo inwoners een gelijkwaardigere informatiepositie geven ten opzichte van de overheid. De Woo bevat daartoe twee belangrijke plichten. Ten eerste dat overheidsorganen informatie openbaar moeten maken als inwoners daarom vragen. Dat is de passieve openbaarmakingsplicht. Ten tweede moeten overheidsorganen uit eigen beweging 17 categorieën van informatie1 openbaar maken. Dit is de actieve openbaarmakingsplicht.

Om aan beide openbaarmakingsverplichtingen te kunnen voldoen moeten documenten beschikbaar en vindbaar zijn. Dat betekent dat we de komende jaren moeten werken aan technische en systeemoplossingen om dit te blijven waarborgen. Naast deze technische randvoorwaarden is aandacht voor cultuurverandering een sleutelfactor voor het slagen van de implementatie. Het uitgangspunt van de Woo (alle overheidsinformatie is openbaar, behalve als er een goede reden is waarom dat niet kan) moet gevoeld worden bij al het handelen van de gemeente.

Meerjarige implementatie

De transitie naar de Woo is meerjarig. Dit hangt samen met de gefaseerde invoering van de actieve openbaarmakingsplicht. De 17 informatiecategorieën treden niet allemaal tegelijk in werking. Om de uitvoeringslasten te verlichten en de implementatie van de Woo soepel te laten verlopen heeft de wetgever gekozen voor een aanbouwregeling.

Op 1 november 2024 zijn de eerste categorieën in werking treden, te weten:

  1. Wetten en algemeen verbindende voorschriften;
  2. Overige besluiten van algemene strekking;
  3. Organisatie en werkwijze;
  4. Bereikbaarheidsgegevens en
  5. Vergaderstukken van de Staten-Generaal.

Voor gemeenten zijn alleen de eerste vier categorieën relevant en wij voldoen hieraan.

De planning van de overige tranches staat nog niet vast. De minister van BZK heeft in de voortgangsbrief aan de Tweede Kamer van 17 maart 2025 aangegeven dat vanaf 1 juli 2025 rijksorganisaties met de actieve openbaarmaking van informatiecategorieën uit de tweede tranche starten. De ervaringen die hierbij worden opgedaan, kunnen vervolgens door andere/lagere overheden worden gebruikt. De definitieve planning wordt later door de minister met de Tweede Kamer gedeeld. Voor nu kan ervan worden uitgegaan dat een volledige implementatie van alle informatiecategorieën zeker nog tot en met 2026 zal duren.

Doelen voor 2026

We werken de komende jaren gefaseerd toe naar het actief openbaar maken van alle informatie categorieën. Hierbij zullen wij in het ritme van de gefaseerde inwerkingtreding lopen. Dat neemt niet weg dat wij onderzoeken of er informatiecategoriëen zijn die wij, vooruitlopend op de formele inwerkingtreding, alvast openbaar kunnen maken. Hierbij richten wij ons onder andere op Woo-verzoeken en besluiten die op deze verzoeken wij genomen.

In 2026 richten we ons op:

  • het realiseren en het inrichten van een technisch platform (een ‘sub-website’) waarop documenten openbaar kunnen worden gemaakt. Daardoor staan wij gesteld als de overige informatiecategorieën in werking zullen treden.
  • de openbaarmaking van onder andere Woo-verzoeken, inclusief de schriftelijke beslissingen op die verzoeken en de daarbij verstrekte informatie.

Kosten implementatie van de Woo

De implementatie van actieve openbaarmakingsplicht uit de Woo brengt kosten met zich mee. De exacte omvang kan niet worden vastgesteld, daarvoor is nog te veel onduidelijk over de planning van de verdere inwerkingtreding. Naast personele kosten voor onder meer de inzet van de Woo-coördinator, de ROO-redacteur en Woo-redacteur, zijn er kosten voor licenties, gebruik en onderhoud van systemen, zoals de sub-website waarop documenten kunnen worden geplaatst. De kosten voor deze website zijn eenmalig € 3.500,- en daarna jaarlijks € 3.500,-. Ook maken we incidentele kosten voor het inventariseren, aanpassen en inrichten van processen voor onder andere actieve openbaarmaking. Daarnaast zijn er kosten voor automatisering, waaronder bedrijfsapplicaties, metadata, documentsjablonen aanpassen en anonimiseringssoftware. Tot slot worden er kosten gemaakt voor opleiding, communicatie en – waar nodig - het inhuren van expertise en menskracht. In het gemeentefonds zijn middelen beschikbaar gesteld specifiek voor de implementatie van de Woo.