Beleidsveld ruimtelijke ordening
Beleidsdoel
In de ruimtelijke ordening hebben diverse belangen en ontwikkelingen invloed op de bestaande en toekomstige leefomgeving van inwoners van onze gemeente. Wij willen mede door participatie van onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties ruimtelijke projecten tot ontwikkeling brengen. Op deze manier werken wij aan een groter maatschappelijk draagvlak voor ontwikkelingen van bijvoorbeeld woningbouwlocaties en bedrijfsterreinen. Daarnaast biedt het ruimtelijk beleid, dat met name is vastgelegd in de Omgevingsvisie 1.0, handvatten om tot goede belangenafweging te komen. Hierbij gaat het enerzijds om het bereiken en behouden van een veilige, gezonde en duurzame fysieke leefomgeving met omgevingskwaliteit, en anderzijds om het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften.
Wat willen we bereiken?
Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht geworden, en eveneens de Wet kwaliteitsborging. Het doel van de Omgevingswet is om een goede balans te vinden tussen een veilige en gezonde leefomgeving en een goede kwaliteit van de omgeving. Dit wordt gedaan door de fysieke leefomgeving goed te beheren, te gebruiken en te ontwikkelen om aan maatschappelijke behoeften te voldoen.
De huidige Wet natuurbescherming (Wnb) is opgegaan in de Omgevingswet. Belangrijk doel ervan is bescherming en versterken van de soortenrijkdom van planten en dieren, maar ook behoud en beheer van waardevolle landschappen en gebieden. Het instrument Soortenmanagementplan (SMP) is een instrument dat dient als ecologische onderbouwing bij verlenen van een gebiedsgerichte/generieke ontheffing door de provincie. In het SMP worden voorwaarden en maatregelen opgenomen waarmee de staat van instandhouding van (beschermde) soorten wordt geborgd tijdens de uitvoering van eventuele activiteiten gedurende een langere periode, en hoe met de aanwezige (beschermde) soorten en hun leefgebied wordt omgegaan. Een generieke of gebiedsontheffing bespaart op den duur tijd en geld bij eventuele ontwikkelingen, zoals bij verduurzaming van gebouwen. Het SMP ondersteunt en versnelt onder andere het realiseren van de doelstellingen uit het vastgestelde uitvoeringsprogramma Energietransitie.
Water en bodem zijn de komende jaren een belangrijk thema. 'Water en Bodem Sturend’ is door het Rijk en de provincie omarmd als ordeningsprincipe in de ruimtelijke ordening. Aspecten die aandacht zullen moeten krijgen in onze Omgevingsvisie 2.0 zijn onder meer: tegengaan wateroverlast (inclusief waterberging), verhogen grondwaterpeil in veenweidegebieden en tegengaan oxidatie van veen door het scheuren van grasland, mogelijke bescherming nieuwe drinkwaterbronnen, en klimaatbestendigheid van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het landschap van Midden-Delfland levert een waardevolle bijdrage voor onze gemeente en de regio aan het vasthouden van water in relatie tot bodemdaling, en het voorkomen van wateroverlast in bebouwd gebied. De gemeente Midden-Delfland heeft een belangrijke rol om dit thema samen met regionale partners gestalte te geven in het zogenaamde Verstedelijkingsgebied Zuidelijke Randstad binnen het nationale omgevingsbeleid, en de aanstaande Omgevingsvisie van de provincie.
Wat is de relatie tussen Cittaslow en dit beleidsveld?
Cittaslow richt zich op behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de (fysieke) leefomgeving. De Omgevingsvisie 1.0 is hierbij een belangrijk instrument. De visies Midden-Delfland®2025 en Behoud door ontwikkeling kennen eveneens een belangrijke ruimtelijke component. Deze bestaat uit bescherming via het bestemmingsplan, herontwikkeling via een grondexploitatie en aanpak van vervallen of leegstaande locaties.
Wat gaan we daarvoor doen?
Concrete acties voor 2026
Kostendekkendheid leges: Binnen de VNG blijft kostendekkendheid van VTH-taken onderwerp van gesprek, dat samen met diverse belangenpartijen en op interbestuurlijk niveau gevoerd wordt onder meer ten aanzien van mogelijke compensatie vanuit het Rijk voor de nadelige effecten van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor gemeenten. Monitoring blijft belangrijk voor eventuele verdere compensatie. Daarom heeft de VNG alle gemeenten opgeroepen om deel te nemen aan de Financiële Monitor Omgevingswet. Midden-Delfland heeft zich aangemeld.
Omgevingsvisie 2.0: Gemeenten zijn verplicht om onder de Omgevingswet een Omgevingsvisie en een Omgevingsplan op te stellen.
De Omgevingsvisie 2.0 bouwt voort op de huidige Omgevingsvisie 1.0, waartoe met de raad het participatietraject wordt bepaald. De Toekomstvisie 2050 is een basis voor de Omgevingsvisie 2.0, met een integrale verbreding op alle maatschappelijke opgaven. In 2025 wordt gestart met de Dorpenvisie. Dit is een bouwsteen voor de nieuwe Omgevingsvisie. De Omgevingsvisie dient volgens de invoeringswet uiterlijk 1 januari 2027 vastgesteld te zijn.
Omgevingsplan: Het Omgevingsplan dient uiterlijk 1 januari 2032 vastgesteld te zijn. Opstelling ervan start na vaststelling van de Omgevingsvisie 2.0. Al eerder zal de raad een besluit nemen over de beslisruimte die zij aan zich wil houden of juist wil vrijgeven aan de inwoners en ondernemers.
Erfgoedbeleid: In het kader van het Interbestuurlijke Toezicht (IBT) is de provincie gestart met een nieuwe wijze van toezicht voor het toezichtgebied Monumenten en Archeologie, zoals beschreven in haar Uitvoeringsprogramma IBT. Het toezicht wordt één keer per jaar uitgevoerd aan de hand van 4 indicatoren, die mede een beeld moeten geven van de mate waarin de gemeente is toegerust op de uitvoering van het taakveld Monumenten en Archeologie binnen de context van de Omgevingswet. Op dit moment is nog niet aan te geven of dit structureel financiële consequenties heeft voor de gemeente.
Recreatie en toerisme: Het Bijzonder Provinciaal Landschap van Midden-Delfland heeft een belangrijke waarde voor de eigen inwoners maar juist ook voor de inwoners van de omliggende steden. De waarde voor recreatie en toerisme gaat hand in hand met het belang van het beschermen en onderhouden van het landschap.
Om de recreatieve functie te versterken dienen de bekendheid, toegankelijkheid en beleefbaarheid van het gebied vergroot te worden. Het gebied kan aantrekkelijker gemaakt worden door toevoeging van onder meer wandel- en fietspaden, en activiteiten of functies die gericht zijn op natuurbeleving, lokale voedselproductie of educatie.
Om keuzes te kunnen maken in de balans tussen behoud van de kwaliteiten van het landschap en bevordering van recreatief medegebruik zal beleid voor recreatie en toerisme opgesteld worden. Dit kan ten laste van de resterende inkomsten van toeristenbelasting. De inkomsten van toeristenbelasting zal inclusief jaarlijkse indexering een redelijk stabiele inkomstenbron zijn. Door de raad is eerder bepaald dat niet bestede inkomsten uit toeristenbelasting beschikbaar blijven voor toerisme en recreatie. Het opvolgende uitvoeringsprogramma toerisme en recreatie zal gepaard gaan met een financiële raming die voorgelegd zal worden aan de raad. Dan wordt bezien of het voeden van het uitvoeringsprogramma uit inkomsten van toeristenbelasting kan komen.
Ecologie en biodiversiteit: De Wet natuurbescherming (Wnb) is opgegaan in de Omgevingswet. Om te voldoen aan de wet en ervoor te zorgen dat ontwikkelingen en initiatieven voortvarend en met de juiste maatregelen ter hand genomen kunnen worden, wordt fasegewijs ecologisch beleid voor Midden-Delfland vormgegeven.
Een generieke of gebiedsontheffing bespaart op den duur tijd en geld bij eventuele ontwikkelingen, bijvoorbeeld verduurzaming van gebouwen. Wij stimuleren verduurzaming en willen tegelijkertijd rekening houden met beschermde diersoorten die in deze gebouwen leven. Een soortenmanagementplan kan voorkomen dat per pand een ontheffing of vrijstelling aangevraagd dient te worden.
Water en bodem: Water en bodem zijn de komende jaren een belangrijk thema. Het landschap van Midden-Delfland levert een waardevolle bijdrage voor onze gemeente en de regio aan het vasthouden van water in relatie tot bodemdaling, en het voorkomen van wateroverlast in bebouwd gebied. De gemeente Midden-Delfland heeft een belangrijke rol om dit thema samen met regionale partners gestalte te geven in het zogenaamde Verstedelijkingsgebied Zuidelijke Randstad binnen het nationale omgevingsbeleid, en de Omgevingsvisie van de provincie.
‘Water en Bodem Sturend’ is door het Rijk en de provincie omarmd als ordeningsprincipe in de ruimtelijke ordening. De kwaliteiten van bodem en ondergrond worden nog onvoldoende meegenomen bij het oplossen van maatschappelijk opgaven. Aspecten die aandacht zullen moeten krijgen in onze Omgevingsvisie 2.0 zijn onder meer: tegengaan wateroverlast (inclusief waterberging), verhogen grondwaterpeil in veenweidegebieden en tegengaan oxidatie van veen door het scheuren van grasland, mogelijke bescherming nieuwe drinkwaterbronnen, en klimaatbestendigheid van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Door de stijging van de zeewaterspiegel verschuift ook de verziltingsgrens landinwaarts, met consequenties voor Midden-Delfland. De opgaven met betrekking tot water en bodem vragen samenwerking met alle gebiedspartijen, met name het Hoogheemraadschap.
Binnen de regionale uitwerking voor de provincie Zuid-Holland (ZH-PLG) worden de belangen van natuur, water, stikstof en klimaat als randvoorwaarde voor een vitaal platteland samengebracht. Onder andere (grond)water is een belangrijk thema, ook voor Midden-Delfland. Zo wordt op basis van de Kader Richtlijn Water (KRW, 2027) de aanpak voor waterkwaliteit geïntensiveerd. De doelen van de KRW liggen momenteel buiten bereik, terwijl een goede waterkwaliteit van belang is voor de biodiversiteit, volksgezondheid en de kringlooplandbouw. Er wordt ook in beeld gebracht wat de impact is van de grondwaterstand in de veenweiden op een aantal factoren. De provincie is hiertoe een belangrijke partner.
Spoorverdubbeling: Tussen Delft en Schiedam is een spoorverdubbeling gepland van het tracé dat het landschap van Midden-Delfland doorsnijdt (De Oude Lijn). ProRail heeft de projectleiding. Onze samenwerking met ProRail is gericht op een zorgvuldige ruimtelijke inpassing en een kwalitatief verantwoorde uitvoering, zodat de spoorverdubbeling gepaard gaat met compensatie voor eventueel aangetaste waarden en tevens een plus oplevert voor de belevings-, gebruiks-, en toekomstwaarde het landschap.
Eind 2023 is een propositie opgesteld (met financiering door de aangesloten partijen), waarvan de uitwerking op dit moment gaande is. De Landschapstafel heeft een procesbegeleider/programmamanager aangesteld, om binnen het speelveld van uiteenlopende belangen ervoor te zorgen dat de propositie op een constructieve wijze doorwerkt in de verdere uitwerking van de spoorverdubbeling. Doel is een integrale aanpak voor de bereikbaarheid, de verstedelijkingsopgave en behoud of versterking van het Bijzonder Provinciaal Landschap, waar alle partners van de Landschapstafel achter staan. Dit heeft geleid tot een samenwerking met betrokken partijen, waaronder ProRail, om uiteindelijk voldoende financiële dragers vanuit het Rijk, provincie of regio te genereren om de kwaliteiten van het Bijzonder Provinciaal Landschap te behouden of te versterken. Onze gemeentelijke bijdrage gaat vooralsnog via de Landschapstafel. Indien aanvullende middelen nodig zijn om ons doel te bereiken zal dat separaat of via de P&C-cyclus aan de orde gesteld worden.
Medio 2025 is de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) door het ministerie gepubliceerd met daarin opgenomen zeven te onderzoeken varianten voor de viersporigheid tussen Delft en Schiedam. Onder de varianten ook de oplossingen die door de Landschapstafel zijn aangereikt.
Instrumenten
- Omgevingsvisie 1.0
- Toekomstvisie 2050
- Midden-Delfland®2025
- Landschapsontwikkelingsperspectief
- Structuurvisie Midden-Delfland 2025 (5 juli 2011)
- Omgevingsbeleidsplan Midden-Delfland (2017)
- Bouwverordening Midden-Delfland 2007
- Welstandsnota Midden-Delfland 2018
- Erfgoedverordening Midden-Delfland 2024
- Handleiding Beeldkwaliteit Buitengebied 2016/Beeldkwaliteitsplannen
- Handboek Erfgoed Midden-Delfland
- Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Midden-Delfland
- Grondbeleid inclusief grondexploitaties
- Aanwijzing Bijzonder Provinciaal Landschap (inclusief visie en uitvoeringsprogramma Gebiedstafel BPL)
- Grondinstrument (onderdeel Duurzaam Boer Blijven)
Wat is de betrokkenheid van de verbonden partijen?
Het doel van de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) is het uitvoeren van de wettelijke milieutaken. Hierbij wordt voldaan aan landelijke kwaliteitscriteria, wordt gezorgd voor specialismevorming op inhoud en wordt een bijdrage geleverd aan een constante en eenduidige taakuitvoering in de regio. Deelname aan deze gemeenschappelijke regeling is opgelegd vanuit de Wet milieubeheer.
Met de deelname aan de gemeenschappelijke regeling archeologie Midden-Delfland heeft als doel op een efficiënte en doelmatige wijze invulling te geven aan de gemeentelijke wettelijke verplichtingen op het gebied van archeologisch onderzoek en het scheppen van de mogelijkheid om vondsten uit opgravingen in een eigen depot onder te brengen. Dit is een zogenaamde ‘lichte’ gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenten Delft en Midden-Delfland op basis waarvan de stadsarcheoloog Delft tegen vergoeding de wettelijke taken van een archeoloog in Midden-Delfland mag verrichten.
Wat mag het kosten?
Wijziging budget 2026 ten opzichte van 2025
Lasten
Ruimtelijke ordening (€ -838.813)
De afname van de lasten op dit taakveld heeft meerdere oorzaken, de voornaamste zijn:
Er is een lager budget beschikbaar voor inhuur bouwplannen (€- 459.632) en implementatie Omgevingswet (€ -340.000) dit vanwege doorschuiven restant budget naar 2025 en een naar 2025 doorgeschoven restant budget centrumplan Schipluiden (€ -58.000). Het overige is voornamelijk toe te wijzen aan een verschuiving van werkgeverslasten (€ 100.065).
Baten
Ruimtelijke ordening (€ -264.742)
Wij verhalen kosten in beginsel op de initiatiefnemers. Deze gemeentelijke kosten worden op de balans als vordering geboekt. Het uitgangspunt is dat we 80% van de kosten die we maken terugverdienen door kostenverhaal dat geregeld is via een anterieure overeenkomst (of exploitatieplan). Vanwege een afname van de (inhuur)kosten (zie lasten) nemen ook de inkomsten af.
Beleidsveld volkshuisvesting
Beleidsdoel
Wij streven naar een evenwichtige woningvoorraad, waarbij het accent per dorp verschilt. Dit beleidsveld heeft een sterke relatie met het sociaal domein (onder andere Wet maatschappelijke ondersteuning, statushouders, voorrangsverklaringen, langer zelfstandig wonen, sociale cohesie en veilige woonomgeving), locatieontwikkeling en ruimtelijke ordening (randvoorwaarden en planning nieuwe woningbouwlocaties).
Wat willen we bereiken?
Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen volgen we de uitgangspunten en doelstellingen van de Woonvisie 2024-2030. Hierbij sturen we op de 30/30/40 verdeling; 30% sociale huur, 30% betaalbare koop of middenhuur en 40% overig. We werken ook aan woningen die geschikt zijn voor ouderen en bijpassende voorzieningen, zoals huisartsenzorg. De verwachte toename van het aantal ouderen maakt dit noodzakelijk. Voor het realiseren van deze woningen werken we samen met zorginstellingen en WoonWest. Daarnaast moet er ruimte zijn voor het huisvesten van aandachtsgroepen en andere vormen van betaalbaar wonen. We streven ernaar om gemiddeld 50-70 woningen per jaar te realiseren.
Wij nemen onze verantwoordelijkheid voor de opvang en huisvesting van asielzoekers, statushouders en Oekraïense vluchtelingen. De aantallen worden bepaald op regionaal niveau.
Om vitale dorpen te behouden zijn na 2030 nieuwe woningbouwlocaties nodig. Hierbij zal eerst bezien worden of dat in de bestaande kernen kan. Indien dat niet kan zullen andere locaties gezocht moeten worden, echter met behoud van de landschappelijke kwaliteiten die Midden-Delfland voor de regio bijzonder maken. De potentiële locaties zullen met de raad afgestemd worden. Zodoende is er ruimte voor een integrale politiek-bestuurlijke afweging omtrent potentiële woningbouwlocaties voor na 2030.
De woningmarkt staat nog steeds onder druk als gevolg van (macro-)economische ontwikkelingen. Het woningtekort, stijgende rente, toenemende bouwkosten en onzekerheid over het beleid van het Rijk spelen hierbij een rol. Deze ontwikkelingen hebben effect op de ruimtelijke ontwikkeling en woningbouwactiviteiten in het bijzonder.
Rijk en provincie bieden diverse subsidiemogelijkheden aan voor stimulans van de woningbouwprogrammering. Het gaat om bijdragen die een impuls moeten geven aan het versnellen van woningbouw of oplossen van knelpunten bij de realisering ervan. Wij zetten ons nog steeds in om deze externe financiering te ontvangen.
Wat is de relatie tussen Cittaslow en dit beleidsveld?
Kwaliteit van leven en wonen liggen in elkaars verlengde. Vanuit Cittaslow gaat het bij dit beleidsveld om een kwalitatieve inrichting van de woon- en leefomgeving. Het lokale beleid is gericht op de persoonlijke omstandigheden van inwoners en verschillende doelgroepen in de gemeente. Bij de planvorming voor woningbouw zijn duurzaamheid, veiligheid en de bijdrage aan de vitaliteit van de dorpen belangrijke beleidsonderdelen.
Wat gaan we daarvoor doen?
Concrete acties voor 2026
Uitvoering geven aan Woonvisie
Wij realiseren gemiddeld 50-70 woningen per jaar en creëren meer betaalbare woningen voor onze huidige én toekomstige dorpsbewoners.
Samenwerking met WoonWest
Wij blijven intensief samenwerken met de woningcorporatie Woonwest. Jaarlijks maken we prestatieafspraken met de corporatie en huurdersverenigingen.
Uitvoering Woningbouwprogramma
In alle drie de dorpen worden woningen aan de voorraad toegevoegd. Ons woningbouwprogramma is vastgelegd in de Regionale Realisatie Agenda (de Woondeal) en door de Provincie Zuid-Holland vastgesteld. Hierin is de realisatie van 474 woningen tot en met 2030 opgenomen. Voor centrum Den Hoorn, De Kreek fase IV en de Hoornbloem worden de woningbouwplannen voortgezet. In Schipluiden zijn er onder andere plannen in voorbereiding voor het toevoegen van woningen in het centrum, aan de Kasteellaan en de Zuidrand. De bouw van Keenenburg V zal naar verwachting in 2026 starten. In Maasland is er een plan in voorbereiding voor het centrum en worden er woningen opgeleverd in de Maaslandse Zoom.
Aandacht voor wonen met zorg
De verwachte toename van het aantal ouderen en andere aandachtsgroepen maakt het noodzakelijk hier passende woningen voor te ontwikkelen. Voor het realiseren van deze woningen werken we samen met zorginstellingen en woningcorporatie Woonwest. Het in voorbereiding zijnde kader voor wonen en zorg (ook wel Woonzorgvisie) zorgt ervoor dat er een gezamenlijke ambitie ontstaat op de thema's wonen, zorg en welzijn.
Regionale samenwerking
In de regio Haaglanden maken we afspraken over de huisvesting van urgent woningzoekenden. Door de in concept zijnde landelijke wetgeving (Wet versterking regie volkshuisvesting) zal de voorrang van urgentiecategorieën bij wet worden voorgeschreven. We verwachten een toename van urgent woningzoekenden. Onze bestaande regeling moet worden aangepast, zodat de inwoners van Midden-Delfland die urgent woningzoekend zijn kunnen worden gehuisvest binnen onze gemeente.
Maximaal benutten subsidiemogelijkheden voor woningbouw
Rijk en provincie bieden subsidiemogelijkheden aan voor stimulans woningbouwprogrammering. Het gaat hier om bijdragen die een impuls moeten geven aan het versnellen van woningbouw of het bijdragen bij een tekort. Het gaat om regelingen zoals de Vliegende Brigade, de Knelpuntenpot Sociale Woningbouw en de Startbouwimpuls. We bewaken welke projecten hiervoor in aanmerking komen en zorgen voor een tijdige aanvraag.
Instrumenten
- Woonvisie 2024-2030
- Toekomstvisie 2050
- Omgevingsvisie 1.0
- Visie Behoud door ontwikkeling (Vitale Dorpen 2025)
- Huisvestingsverordening Midden-Delfland 2023
- Regionale Realisatie Agenda: gemeentelijk aandeel in regionale nieuwe woningmarktafspraken
- Prestatieafspraken met WoonWest
- Wet maatschappelijke ondersteuning en de voorzieningen die daarop gebaseerd zijn (wonen, zorg en welzijn)
- Bestuurlijke Tafel Wonen (de ambtelijke en bestuurlijke samenwerking in de woningmarktregio Haaglanden)
- Anti-speculatiebeleid 2017
- Beleidsnotitie Afkoop Sociale Woningbouw (gekoppeld aan Omgevingsvisie)
Wat mag het kosten?
Wijziging budget 2026 ten opzichte van 2025
Lasten
Bouw- en woningtoezicht (€ -26.639)
In 2025 is er incidenteel budget voor de wet betaalbare huur en goed verhuurderschap geraamd (€ -21.965) en woonzorgvisie (€ -41.000). Het restant zit in een verschuiving van werkgeverslasten.
Baten
Bouw- en woningtoezicht (€ -145.940)
De afname ontstaat enerzijds vanwege de afname op inkomsten uit leges bouwvergunningen (€ -84.388) en de verschuiving van algemene leges naar bouw- en woningtoezicht in 2025 (€ -16.100). Anderzijds zijn er in 2025 inkomsten opgenomen uit overige gronden AZC (€ -46.254).
Beleidsveld grondzaken
Beleidsdoel
De gemeente wil zo veel mogelijk een regierol vervullen bij ruimtelijke ontwikkelingen en het open houden van het Midden-Delflandgebied. Het grondbeleid kan daarbij ondersteunend zijn en in het verlengde hiervan aan de beleidsvelden Midden-Delfland® 2025 en Vitale Dorpen in 2025.
Wat willen we bereiken?
Het beschikbaar hebben van gronden, tegen (maatschappelijk) acceptabele kosten, ten dienste van de in het beleidsdoel geformuleerde uitgangspunten.
Wat is de relatie tussen Cittaslow en dit beleidsveld?
Het beleidsveld grondzaken heeft een indirecte relatie met Cittaslow. Het gemeentelijk grondbeleid is ondersteunend aan het realiseren van de in het beleidsdoel genoemde doelstellingen. De waarden van Cittaslow zijn daarbij ook uitgangspunt, zoals het betrekken van inwoners, een hoogwaardige inrichting van de openbare ruimte, het open houden van het Midden-Delflandgebied en duurzaam bouwen.
Wat gaan we daarvoor doen?
In 2026 onderzoeken we of het wenselijk is om het huidige grondbeleid aan te passen. De focus ligt daarbij op de mogelijkheid om het beleid uit te breiden met nieuwe thema’s, zoals de voorwaarden voor het verkopen of verhuren van gronden. Dit betreft onder andere gronden bestemd voor woningbouw, bedrijvigheid, agrarisch gebruik en zogenoemd snippergroen — kleine restpercelen groen die vaak aan particuliere kavels grenzen. De Toekomstvisie 2050, de Woonvisie 2024-2030 en de actuele woonagenda zijn Input voor de actualisatie, die tevens wordt afgestemd op de opties van de nieuwe Omgevingswet.
Instrumenten
- Nota Grondbeleid;
- Jaarlijkse herziening grondexploitaties, en bijbehorende risicoanalyse en het meerjarenprogramma grondexploitaties (ontwikkeling reserve grondexploitaties).
Wat is de betrokkenheid van de verbonden partijen?
Deelname aan het Bedrijvenschap Harnaschpolder heeft onder meer als doel de werkgelegenheid en de lokale en regionale economie een impuls te geven, een kwalitatieve invulling te geven aan het bedrijventerrein en zorg te dragen voor de beleidsmatige afstemming met de woningbouw in de Harnaschpolder. De ontwikkeling van het bedrijventerrein is bijna ten einde. De liquidatie van de gemeenschappelijke regeling wordt voorbereid. Deze zal in 2026 tot een afronding komen.
Wat mag het kosten?
Wijziging budget 2026 ten opzichte van 2025
De lasten binnen het taakveld grondexploitaties zijn gebaseerd op prognose van werkzaamheden (in-en extern) ten aanzien van de grondexploitaties voor de komende jaren. Deze lasten worden budgettair neutraal verwerkt in de begroting. Het saldo tussen de lasten en baten (€ 1.245.664) betreft de (netto) opbrengst uit erfpacht.
Mutaties reserve
Wijzigingen reserves 2026 ten opzichte van 2025
Baten € - 831.063
Uit de algemene reserve werden in 2025 de volgende incidentele onttrekkingen gedaan:
- Doorschuiven budget woonvisie € 41.000
- Doorschuiven budget omgevingswet € 240.000
- Doorschuiven budget advies derden € 25.000
- Doorschuiven budget liquidatie Bedrijvenschap € 25.000
- Doorschuiven budget WKB € 28.000
- Doorschuiven project Centrumplan Schipluiden € 58.000
- Doorschuiven Zuidhoornseweg flexwoningen € 28.500
Uit de reserve opstartkosten begeleiding particuliere bouwinitiatieven werd in 2025 de volgende incidentele onttrekking gedaan:
- Vrijval opheffen reserve € 18.095
Uit de reserve onderhoud gemeentelijke gebouwen werd in 2025 de volgende incidentele onttrekking gedaan:
- Uitwerking beheerplan gebouwen € 367.468