De gemeentelijke belastingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Van deze lokale heffingen horen de onroerendezaakbelastingen (OZB) en de toeristenbelasting bij de algemene dekkingsmiddelen. Daarnaast zijn er heffingen die niet tot de algemene dekkingsmiddelen behoren. Afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn hiervan de voornaamste twee.
Nota lokale heffingen
De raad stelde op grond van de ‘Financiële verordening gemeente Midden-Delfland’ op 15 april 2025 de Nota lokale heffingen 2025-2028 vast. De Nota lokale heffingen 2025-2028 geeft een actueel overzicht aan de raad van de gemeentelijke belastingen, bestemmingsheffingen en rechten. De Begroting 2025 en het Financieel meerjarenperspectief 2026-2028 zijn daarin meegenomen. De Nota lokale heffingen 2025-2028 bevat verder een overzicht van de wet- en regelgeving over lokale heffingen en een overzicht van de uitvoering van de heffing en invordering. In deze paragraaf beschrijven wij de actuele stand van zaken.
Onroerendezaakbelasting (OZB)
De opbrengst van de OZB behoort tot de algemene dekkingsmiddelen. Dit betekent dat de opbrengst van de OZB wordt gebruikt voor kosten van voorzieningen zoals openbare verlichting, onderwijs, sport, cultuur, onderhoud aan wegen en plantsoenen.
De grondslag van de OZB is de waarde van de onroerende zaken in de gemeente. De OZB bestaat uit een eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting voor niet-woningen. Voor de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) worden de onroerende zaken jaarlijks getaxeerd. Voor het belastingjaar 2026 geldt de waarde van peildatum 1 januari 2025.
De Waarderingskamer controleert en beoordeelt gemeenten op de uitvoering van de Wet WOZ. De score wordt uitgedrukt in sterren, waarbij 1 ster de laagste score is (met als toelichting 'moet dringend verbeterd worden'). 4 sterren kwalificeert als 'goed'. De maximale score is 5 sterren. Deze score wordt bereikt wanneer de beoordeling meerjarig goed is. In 2018 heeft de Waarderingskamer haar algemeen oordeel voor Midden-Delfland verhoogd naar 5 sterren vanwege de stabiel goede kwaliteit. In juni 2025 heeft de Waarderingskamer opnieuw onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de WOZ-processen Midden-Delfland. Hoewel de Waarderingskamer heeft aangegeven dat enkele WOZ-processen extra aandacht behoeven, blijft het algemeen oordeel op basis van het onderzoek 'goed' (5 sterren).
Sinds 1 januari 2022 is het voor alle gemeenten en uitvoeringsorganisaties verplicht om woningen voor de WOZ-waardering te taxeren op basis van de gebruiksoppervlakte in plaats van de inhoud. De belangrijkste reden voor deze wijziging was dat gebruiksoppervlakte beter aansluit bij de vastgoedmarkt. In verkoopadvertenties wordt doorgaans ook de gebruiksoppervlakte vermeld, en deze maat wordt eveneens gehanteerd in diverse basisregistraties. Ook de gemeente Midden-Delfland heeft deze overgang gerealiseerd. Bij de taxaties worden de richtlijnen en criteria van de Waarderingskamer gevolgd.
Sinds 2020 neemt Midden-Delfland deel aan de landelijke benchmark woonlasten, die wordt uitgevoerd door het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). In deze benchmark worden naast de onroerendezaakbelasting (OZB) ook de riool- en afvalstoffenheffing meegenomen. De vergelijking met landelijke en provinciale gemiddelden biedt inzicht in de ontwikkeling van gemeentelijke woonlasten. Hierdoor worden verschillen tussen gemeenten beter zichtbaar en wordt het lokale debat over lastenontwikkeling en beleidskeuzes gestimuleerd.
Voor het begrotingsjaar 2026 stelt de gemeenteraad opnieuw de tarieven van de OZB vast. Conform het meerjarenbeleid uit de begroting 2021-2024 is het uitgangspunt een jaarlijkse opbrengststijging van 3%. Hiermee wordt ingezet op een stabiele en evenwichtige opbrengstenontwikkeling, in plaats van een directe koppeling aan de marktontwikkeling van onroerend goed, die in recente jaren sterk fluctueerde en daarmee voor ongelijkheid in belastingdruk zou kunnen zorgen.
De WOZ-waarde blijft gebaseerd op gerealiseerde verkoopcijfers. De waardeontwikkeling wordt gedurende het jaar inzichtelijk op basis van actuele verkoopgegevens. Landelijke gemiddelden worden niet als maatstaf gebruikt, omdat deze onvoldoende representatief zijn voor de lokale situatie in Midden-Delfland.
Voor woningen wordt voor 2025 uitgegaan van een verwachte marktwaardeontwikkeling van circa 10%. Deze inschatting is gebaseerd op een kwartaaloverzicht van de gemeentelijke taxateur, waarin de gerealiseerde verkoopprijzen nauwgezet worden bijgehouden. Daarmee is sprake van een stevige stijging, na een periode van stabilisatie in eerdere jaren. De gemeente blijft de ontwikkelingen op de woningmarkt nauwlettend volgen om eventuele toekomstige schommelingen tijdig te signaleren en waar nodig bij te sturen.
In de volgende tabel staan de OZB-tarieven.
| OZB - tarieven* | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
Tarief eigenaren woningen |
0,1107% |
0,1140% |
0,1175% |
0,1205% |
|
Tarief eigenaren niet-woningen |
0,2419% |
0,2492% |
0,2567% |
0,2597% |
|
Tarief gebruikers niet-woningen |
0,1738% |
0,1790% |
0,1843% |
0,1873% |
* Jaarlijks worden de tarieven vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de waardeontwikkeling van het vastgoed en uitgaande van een opbrengststijging van 3% per jaar. De tariefstijging in deze tabel is 3% per jaar (bij een fictieve waardeontwikkeling van 0%). Wanneer de waardeontwikkeling > 0% per jaar is, worden de tarieven naar beneden bijgesteld en vice versa.
Hierna wordt de lastendruk weergegeven op basis van het huidige beleid en op basis van onze voorstellen.
Lastendruk bij huidig beleid
Uitgangspunten:
- eigen woning WOZ-waarde € 443.000 (2025), € 456.000 (2026)
- meerpersoonshuishouden
| Belasting | Stijging | 2025 | 2026 |
|---|---|---|---|
|
OZB-eigenaar |
3% |
€ 478,44 |
€ 492,79 |
|
Afvalstoffenheffing |
8% |
€ 401,16 |
€ 433,20 |
|
Rioolheffing |
2,6% |
€ 225,11 |
€ 230,96 |
|
Totaal |
|
€ 1.055,90 |
€ 1.156,95 |
Een huishouden zonder eigen woning betaalt geen OZB-eigenaar, de totale lastendruk voor huurders is dus lager.
Toeristenbelasting
In de vergadering van 25 oktober 2022 heeft de gemeenteraad besloten tot de invoering van toeristenbelasting in Midden-Delfland. Met het heffen van toeristenbelasting wordt beoogd extra inkomsten te generen waarmee onder meer een bijdrage kan worden geleverd aan ‘Midden-Delfland’. De opbrengsten blijven door toevoeging aan de Bestemmingsreserve Midden-Delfland beschikbaar voor dit doel.
De gemeenteraad heeft bij de invoering van de toeristenbelasting (onder meer) besloten dat tarieven voor 2 jaar worden vastgesteld. Hiermee hebben de ondernemers die de toeristenbelasting moeten incasseren en afdragen tijdig duidelijkheid over de tarieven. Voor 2026 gelden daarom dezelfde tarieven als in 2025. De voorgestelde tarieven voor 2026 bedragen € 1,00 per persoon per overnachting op een camping (in een kampeermiddel) en € 1,50 per persoon per overnachting in de overige accommodaties. De verwachte opbrengst in 2026 bedraagt op basis van deze tarieven € 140.000.
Zoals benoemd in de Kadernota 2026-2029 volgt in 2026 voor 2027 een voorstel voor een absolute tariefstijging en voor 2028 en verder een indexering van de tarieven.
Afvalstoffenheffing
Uitgangspunt van de afvalstoffenheffing is de kosten van de afvalinzameling en -verwerking voor 100% te dekken door de opbrengst van de afvalstoffenheffing. Voor de jaren 2024 en 2025 bleek een verhoging van 8% noodzakelijk, onder meer door de fors gestegen kosten. Ditzelfde geldt voor het jaar 2026 met een stijging van eveneens 8%. Voor 2027 en verdere jaren hanteren wij vooralsnog de CPI indexatie uit de meicirculaire. Bij elke nieuwe begroting wordt dit getoetst aan het uitgangspunt van 100% kostendekking en volgt een concreet voorstel voor de tarieven afvalstoffenheffing.
Het totaaloverzicht van de inkomsten afvalinzameling begroot voor 2026 is als volgt:
| Uitsplitsing inkomsten uit afvalinzameling | Rekening 2024 | Begroot 2025 | Begroot 2026 |
|---|---|---|---|
|
Afvalstoffenheffing |
2.737.949 |
2.949.838 |
3.222.495 |
|
Afvalinzameling |
160.000 |
160.000 |
160.000 |
|
Inzameling glas |
23.000 |
23.000 |
23.000 |
|
Inzameling karton |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
|
Inzameling PMD |
133.000 |
133.000 |
133.000 |
|
Inzameling overige |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
In de volgende tabel staan de tarieven voor 2025 tot en met 2029.
| Afvalstoffenheffing | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|---|
|
Tarief meerpersoonshuishouden |
€ 401,16 |
€ 433,20 |
€ 443,16 |
€ 452,91 |
€ 462,88 |
|
Tarief eenpersoonshuishouden |
€ 302,28 |
€ 326,52 |
€ 334,03 |
€ 341,38 |
€ 348,89 |
Kostendekking en egalisatievoorziening afvalstoffenheffing
| Verloop egalisatievoorziening afvalstoffenheffing | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
Stand per 1 januari |
1.722 |
18.974 |
7.865 |
87.442 |
|
Onttrekking / storting |
17.252 |
-11.109 |
79.577 |
86.979 |
|
Stand per 31 december |
18.974 |
7.865 |
87.442 |
174.421 |
Rioolheffing
De opbrengsten van deze heffing dekken de lasten van het rioolstelsel. De kosten van de uitvoering van het water en rioleringsprogramma en het daarmee samenhangende investeringsschema zijn verwerkt in programma 3 Beheer, Verkeer en Milieu. In het Water- en rioleringsprogramma 2024-2030 (WRP) zijn (onder meer) de geactualiseerde kostenraming en benodigde kostendekking voor de wettelijke taken (zorgplichten) op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater en beleidstaken voor klimaatadaptatie opgenomen. Op basis van dit WRP was in 2024 een tariefstijging van 7,5% voor de rioolheffing noodzakelijk. Dit kwam enerzijds door de doorrekening van de maatregelen die nodig zijn om te komen tot het wensbeeld voor de toekomst. Anderzijds door de flinke kostenstijging van de afgelopen jaren. In 2025 is het tarief ongewijzigd gebleven.
Het uitgangspunt van het WRP is dat het tarief gedurende de planperiode van het WRP, behoudens correctie voor inflatie (hiervoor gebruiken wij de CPI index uit de meicirculaire), onveranderd blijft. Wel wordt dit bij elke nieuwe begroting getoetst aan het uitgangspunt van 100% kostendekking.
In de volgende tabel staan de tarieven (met inflatiecorrectie) voor 2025 tot en met 2029.
| Rioolheffing | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|---|
|
Tarief |
225,11 |
230,96 |
236,27 |
241,46 |
246,78 |
Kostendekking en egalisatievoorziening rioolheffing
De totale kosten voor riolering, inclusief BTW, worden geraamd op € 2.438.024. De totale opbrengst uit rioolheffing en overige baten riolering bedragen € 1.941.681. Het dekkingspercentage voor de rioolheffing is minder dan 100. Het bedrag onder de 100% onttrekken wij aan de egalisatievoorziening. Deze wordt ook ingezet voor toekomstige investeringen. De volgende tabel verduidelijkt het verloop van de egalisatievoorziening.
| Verloop egalisatievoorziening rioolheffing | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
Stand per 1 januari |
6.386.788 |
5.912.945 |
5.516.889 |
5.086.936 |
|
Onttrekking / storting |
-473.843 |
-396.056 |
-429.953 |
-105.544 |
|
Stand per 31 december |
5.912.945 |
5.516.889 |
5.086.936 |
4.981.392 |
Kwijtscheldingsbeleid
De gemeente voert een actief kwijtscheldingsbeleid. Op het aanslagbiljet staat informatie over de kwijtscheldingsmogelijkheid en de procedure voor het verkrijgen van kwijtschelding. De voorschriften voor het beoordelen of een burger in aanmerking komt voor kwijtschelding zijn vastgelegd in de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Het is voor gemeenten niet mogelijk van deze centrale regeling af te wijken. De enige mogelijkheid die gemeenten hebben om meer burgers in aanmerking te laten komen voor kwijtschelding is de normen voor de kosten maximaal te verruimen. De gemeente Midden-Delfland heeft deze normen (bijvoorbeeld kwijtscheldingsnorm, vermogensnorm) maximaal verruimd. Dit is terug te vinden in de Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Midden-Delfland. Beoordeling van een verzoek gebeurt op basis van het vermogen en het netto besteedbare inkomen van de volledige huishouding.
Bij een eerste verzoek om kwijtschelding worden relevante gegevens automatisch getoetst bij de Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV) en de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Blijkt uit deze toetsing dat belastingplichtige in aanmerking komt voor kwijtschelding, dan krijgt hij dat meteen. Aanvullende gegevens van de belastingplichtige zijn dan niet nodig.
Voor belastingplichtigen die daar toestemming voor geven, worden ook in de komende jaren de relevante gegevens automatisch getoetst. Het invullen van een kwijtscheldingsformulier is dan niet nodig.
Kwijtschelding kan tot 100% worden toegekend voor de onroerendezaakbelasting, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de leges voor de kosten van een Nederlandse identiteitskaart.
In de begroting 2026-2029 is rekening gehouden met kwijtschelding tot de volgende bedragen.
| Verloop kwijtscheldingsbeleid | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
Afvalstoffenheffing |
69.600 |
70.500 |
71.400 |
72.300 |
|
Rioolheffing |
46.542 |
47.000 |
47.600 |
48.200 |
|
Totale kwijtschelding |
116.000 |
117.500 |
119.000 |
120.500 |
De meerjarige kosten stijgen enigszins gelijk opgaand met de tariefontwikkeling voor afvalstoffenheffing en rioolheffing. Door de huidige economische omstandigheden is het denkbaar dat de bedragen voor kwijtschelding verder zullen stijgen. Omdat dit op voorhand moeilijk te ramen is, monitoren wij dit in de loop van het jaar nauwgezet en indien nodig tijdens het jaar in de PBW’s opnemen.
Opbrengst leges en belastingen
De verwachte opbrengsten voor leges en belastingen zijn in de meerjarenbegroting verwerkt.
| Overzicht geraamde inkomsten | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
|
Burgerlijke stand |
96.500 |
98.600 |
100.900 |
103.200 |
|
Rijbewijzen en reisdocumenten |
373.136 |
396.336 |
396.536 |
396.736 |
|
Leges gehandicaptenparkeerkaarten |
7.000 |
7.200 |
7.400 |
7.600 |
|
BRP |
2.900 |
3.000 |
3.100 |
3.200 |
|
Overige leges burgerzaken |
2.500 |
2.600 |
2.700 |
2.800 |
|
Bruggelden |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
5.000 |
|
Bijzondere transporten |
2.900 |
3.000 |
3.100 |
3.200 |
|
Verhaal kosten welstandstoezicht |
28.500 |
29.200 |
29.800 |
30.500 |
|
Volkshuisvesting |
114 |
114 |
114 |
114 |
|
Monumenten |
1.400 |
1.400 |
1.400 |
1.400 |
|
Afvalstoffenheffing |
3.222.495 |
3.327.669 |
3.432.521 |
3.541.188 |
|
Bouwleges |
1.106.125 |
890.107 |
570.152 |
509.639 |
|
Rioolheffing |
1.941.681 |
1.998.136 |
2.054.101 |
2.111.696 |
|
Algemene plaatselijke verordening |
16.500 |
16.900 |
17.300 |
17.700 |
|
OZB |
6.998.415 |
7.207.842 |
7.423.552 |
7.645.733 |
|
Begrafenisrechten |
68.900 |
70.500 |
72.100 |
73.700 |
|
Totaal |
13.874.066 |
14.057.604 |
14.119.776 |
14.453.406 |
Nieuwe begrotingsvoorschriften en kostenonderbouwing heffingen
Met ingang van 1 januari 2017 zijn de begrotingsvoorschriften in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) aangepast. Deze wijziging heeft ook invloed op de berekening van de kostenonderbouwing van gemeentelijke heffingen. Door deze aanpassing is de methode waarmee overhead kan worden toegerekend gewijzigd. Dit zorgt voor hogere toe te rekenen bedragen aan overhead bij de diverse heffingen.
De overhead is bepaald als percentage van de toe te rekenen werkgeverslasten op een taakveld. Dit percentage bedraagt 98%. Dit betekent dat wanneer een bedrag aan werkgeverslasten als directe kosten aan de heffing wordt toegerekend, 98% van de werkgeverslasten van dit taakveld als overhead wordt toegerekend.
Bij de rioolheffing is op een andere wijze de overhead toegerekend. Hier is de overhead als percentage van alle lasten op alle taakvelden (exclusief overhead) gebruikt. Dit heeft als reden dat de rioolheffing vooral kapitaalintensief is. Bij een toerekening op basis van de werkgeverslasten zou er relatief weinig overhead toegerekend worden.
Beleidsuitgangspunten
Gemeentelijke heffingen
De gemeentelijke heffingen die Midden-Delfland kent zijn onroerendezaakbelasting (OZB), afvalstoffenheffing, rioolheffing, toeristenbelasting, begrafenisrechten en leges. Bij deze heffingen, behalve de OZB en toeristenbelasting, mogen de geraamde opbrengsten de geraamde lasten niet overstijgen. In deze aanvulling vindt u de kostendekkendheidspercentages van de verschillende heffingen.
Kostendekkendheid afvalstoffenheffing
| Omschrijving | Bedrag |
|---|---|
|
Kosten taakveld |
2.682.581 |
|
Inkomsten taakveld excl. heffingen |
-/- 36.000 |
|
Netto kosten taakveld |
2.646.581 |
|
Toe te rekenen kosten: |
|
|
Overhead |
77.514 |
|
BTW |
495.259 |
|
Totale kosten |
3.219.353 |
|
Opbrengst heffingen |
3.222.495 |
|
Dekkingspercentage |
100% |
Bij de kosten voor dit taakveld zijn de kosten (gedeeltelijk) meegenomen van:
- Straatvegen, dit houdt de openbare ruimte vrij van veeg- en zwerfafval.
- Kwijtschelding van de afvalstoffenheffing.
- Kosten van toezicht en handhaving van de aanbiedingsregels.
- Kosten van het taakveld afval.
Kostendekkendheid rioolheffing
| Omschrijving | Bedrag |
|---|---|
|
Kosten taakveld |
1.845.041 |
|
Inkomsten taakveld excl. heffingen |
-/- 22.500 |
|
Netto kosten taakveld |
1.822.541 |
|
Toe te rekenen kosten: |
|
|
Overhead |
366.489 |
|
BTW |
230.220 |
|
Totale kosten |
2.419.250 |
|
Opbrengst heffingen |
1.941.681 |
|
Dekkingspercentage |
80,26% |
Bij de kosten voor dit taakveld zijn de kosten (gedeeltelijk) meegenomen van:
- Aanleg en onderhoud van openbaar water, vijvers en kleine watergangen.
- De kosten van het schoonhouden en onderhouden van taluds. Een deel van deze kosten is toe te rekenen aan de gemeentelijke watertaken.
- Straatvegen, het bladafval zorgt voor verstoppingen van kolken. Straatvegen voorkomt dit.
- Kwijtschelding van de rioolheffing.
- Kosten van het taakveld riolering.
Kostendekkendheid legesverordening
De tarieventabel bij de legesverordening bestaat uit drie titels. De eerste titel bevat de algemene dienstverlening, zoals bijvoorbeeld het verstrekken van een paspoort. De tweede titel bevat de dienstverlening die samenhangt met de omgevingsvergunning en de derde titel de dienstverlening die valt onder de Europese dienstenrichtlijn. Hieronder vindt u eerst de kostendekking van de gehele legesverordening. Daarna volgt een overzicht per titel.
Kostendekkendheid totaal
| Omschrijving | Bedrag |
|---|---|
|
Kosten taakveld |
1.626.356 |
|
Inkomsten taakveld excl. heffingen |
-/- 8.600 |
|
Netto kosten taakveld |
1.617.756 |
|
Toe te rekenen kosten: |
|
|
Overhead |
696.783 |
|
BTW |
155.800 |
|
Totale kosten |
2.470.339 |
|
Opbrengst heffingen |
1.661.509 |
|
Dekkingspercentage |
67,26% |
Kostendekkendheid titel 1 Algemene dienstverlening
| Omschrijving | Bedrag |
|---|---|
|
Kosten taakveld |
387.093 |
|
Inkomsten taakveld excl. heffingen |
-/- 1.700 |
|
Netto kosten taakveld |
385.393 |
|
Toe te rekenen kosten: |
|
|
Overhead |
99.873 |
|
BTW |
55.065 |
|
Totale kosten |
540.331 |
|
Opbrengst heffingen |
498.984 |
|
Dekkingspercentage |
92,3% |
Kostendekkendheid titel 2 Dienstverlening omgevingsvergunningen
| Omschrijving | Bedrag |
|---|---|
|
Kosten taakveld |
1.102.304 |
|
Inkomsten taakveld excl. heffingen |
- |
|
Netto kosten taakveld |
1.102.304 |
|
Toe te rekenen kosten: |
|
|
Overhead |
489.135 |
|
BTW |
97.003 |
|
Totale kosten |
1.688.442 |
|
Opbrengst heffingen |
1.136.025 |
|
Dekkingspercentage |
67,28% |
Kostendekkendheid titel 3 Dienstverlening Europese dienstenrichtlijn
| Omschrijving | Bedrag |
|---|---|
|
Kosten taakveld |
136.959 |
|
Inkomsten taakveld excl. heffingen |
-/- 6.900 |
|
Netto kosten taakveld |
130.059 |
|
Toe te rekenen kosten: |
|
|
Overhead |
107.775 |
|
BTW |
3.732 |
|
Totale kosten |
241.566 |
|
Opbrengst heffingen |
26.500 |
|
Dekkingspercentage |
10,97% |
Er is sprake van kruissubsidiëring tussen de verschillende titels doordat er sprake is van verschillende dekkingspercentages. Dit is echter geen bewuste beleidskeuze. Het uitgangspunt is een titel maximaal 100% kostendekkend te maken. Er is dus geen sprake van bewust meer dan 100% opbrengst op een titel genereren om met deze opbrengst de lasten op een andere titel te dekken.
Bij de leges omgevingsvergunning (titel 2) is er wel sprake van kruissubsidiëring tussen de onderdelen. Door de manier waarop de tarieven zijn opgebouwd kost een bouwvergunning voor bijvoorbeeld een dakkapel meer dan deze aan leges opbrengt. Bij grotere bouwprojecten is dit andersom. Dit is een bewuste keuze. Hierdoor blijven vergunningen voor kleine verbouwingen van de burger betaalbaar.
Bij het bepalen van de toe te rekenen kosten en overhead is gebruik gemaakt van de handreiking van de VNG. Omdat dit om nieuwe regelgeving gaat en er nog ontwikkelingen zijn in de uitleg hiervan kunnen er de komende tijd nog wijzigingen optreden. Het kan daarom voorkomen dat de toe te rekenen overhead dit jaar afwijkt van de in komende jaren toe te rekenen overhead.
Kostendekkendheid begrafenisrechten
| Omschrijving | Bedrag |
|---|---|
|
Kosten taakveld |
193.582 |
|
Inkomsten taakveld excl. heffingen |
- |
|
Netto kosten taakveld |
193.582 |
|
Toe te rekenen kosten: |
|
|
Overhead |
114.598 |
|
BTW |
0 |
|
Totale kosten |
308.180 |
|
Opbrengst heffingen |
151.500 |
|
Dekkingspercentage |
49,16% |
Bij deze heffing zijn alleen de kosten van het taakveld lijkbezorging toegerekend. De compensabele btw is bij deze heffing al verwerkt in de lasten van het taakveld. Dit heeft als oorzaak dat niet alle btw van deze post compensabel is.
Kostendekkendheid bruggelden
| Omschrijving | Bedrag |
|---|---|
|
Kosten taakveld |
29.400 |
|
Inkomsten taakveld excl. heffingen |
- |
|
Netto kosten taakveld |
29.400 |
|
Toe te rekenen kosten: |
|
|
Overhead |
- |
|
BTW |
6.174 |
|
Totale kosten |
35.574 |
|
Opbrengst heffingen |
5.000 |
|
Dekkingspercentage |
14,06% |