Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2025-2028 Gemeenteraad - Begroting 2025-2028

Onderhoud kapitaalgoederen

In deze paragraaf gaan wij in op het onderhoud van de kapitaalgoederen en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties. De kwaliteit van de openbare ruimte is belangrijk voor het woongenot van inwoners. De kapitaalgoederen dragen bij aan dit woongenot. Het gaat hierbij om wegen, riolering, water, groen, speelplaatsen, openbare verlichting, civiele kunstwerken, begraafplaatsen en gebouwen.

Beleids- / beheerplannen

Jaar van vaststelling

Einde looptijd
beleids-/beheerplan

Gepland jaar van actualisatie/opstellen

Financiële vertaling in begroting

Beheerplan wegen

2024 (gepland)

2029

2028

ja

Water en rioleringsprogramma

2023

2030

2029

ja

Groenbeleidsplan

2007

2022

2025

ja

Nota spelen

2016

2034

2025

ja

Keuzenotitie openbare verlichting

2015

2024

2024

ja

Beheerplan bruggen

2024 (gepland)

2028

2027

ja

Beheerplan gebouwen (nieuw)

2024 (gepland)

2028

2027


Beheerplan beschoeiingen, damwanden en kades (nieuw)

2024 (gepland)

2032

2032


Beheerplan stuwen (nieuw)

2024 (gepland)

2032

2032


Beheerplan wegmeubilair, markeringen en bebordingen (nieuw)

2024 (gepland)

2028

2027


Baggerplan (nieuw)



2025


Beheerplan begraafplaatsen (nieuw)



2025



In ieder beleids-/beheerplan werken wij met één of meerdere vastgestelde kwaliteitsniveaus.

De ramingen voor het onderhoud zijn opgesteld op basis van deze niveaus. In verband met bezuinigingen en omdat de lopende beheerplannen voldoende ‘doorkijk’ geven om tot 2024 verantwoord onderhoud uit te voeren is er eerder voor gekozen om de herziening van vier plannen uit te stellen tot 2024. Naast actualisatie van bestaande beheerplannen worden er ook beheerplannen opgesteld voor de vakgebieden waar nu nog geen beheerplannen voor zijn. De beheerplannen worden vertaald in de begroting. In bovenstaande tabel is de planning voor het actualiseren en opstellen van de plannen aangegeven. Met de actualisatie van de beheerplannen wordt er voor een aantal taakvelden een onderhoudsvoorziening ingesteld voor het groot onderhoud.

In hoofdlijnen worden het beheer en onderhoud gesplitst in:
- nieuwe investeringen (activering, dekking kapitaallasten via exploitatie)
- groot onderhoud (dekking via exploitatie en voor enkele taakvelden via de voorziening)
- klein (regulier) onderhoud (dekking via exploitatie).

Het groot onderhoud en de investeringen worden zoveel mogelijk integraal en in afstemming en samenwerking met andere overheden en netbeheerders uitgevoerd.

Financieel

Voor de wijze van activering van de kapitaalgoederen wordt verwezen naar de financiële verordening 2017 van de gemeente Midden-Delfland. In de verordening is onderscheid gemaakt tussen activa met maatschappelijk nut, zoals wegen, en activa met economisch nut, zoals gebouwen en riolering. In de notitie is beschreven hoe met de activa wordt omgegaan. Ook de zogenaamde rehabilitatiekosten van wegen en grotere vervangingsinvesteringen worden geactiveerd. Als groot onderhoud plaatsvindt, komt dit ten laste van de exploitatie. Voor enkele taakvelden komt er een voorziening voor het groot onderhoud.

Nieuwe en vervangingsinvesteringen in de periode 2025 t/m 2028:

Programma

Taakveld

2025

2026

2027

2028

3

Wegen

1.870.100

4.171.536

900.000

0

3

Riolering

1.192.000

1.192.000

1.156.000

1.292.000

3

Groen

60.000

50.000

50.000

0

3

Speelplaatsen

130.000

100.000

110.000

0

3

Openbare verlichting

185.500

185.500

185.500

0

3

Bruggen

700.088

1.222.100

345.066

510.000

3

Beschoeiingen

0

350.000

350.000

350.000

3

Verkeer

40.000

0

0

0


Totalen

4.177.688

7.271.136

3.096.566

2.152.000


Exploitatiekosten voor groot en regulier onderhoud van de kapitaalgoederen (inclusief kapitaallasten en manuren) in de periode 2025 t/m 2028:

Programma

Taakveld

2025

2026

2027

2028

3

Wegen

2.316.048

2.566.841

2.817.426

2.918.962

3

Riolering

2.035.821

2.076.894

2.127.215

2.186.169

3

Binnenhavens & waterwegen

416.602

423.202

441.369

459.736

3

Groen

1.414.838

1.431.074

1.446.203

1.457.086

3

Speelplaatsen

251.117

261.841

272.206

280.745

3

Openbare verlichting

540.842

547.341

553.820

565.022

3

Bruggen

556.199

594.747

621.229

633.088


Totalen

7.531.467

7.901.940

8.279.468

8.500.808


Wegen

Het reguliere preventieve onderhoud aan asfalt- en elementverhardingen wordt uitgevoerd conform het uitvoeringsplan. Dit uitvoeringsplan wordt gemaakt op basis van de resultaten van de jaarlijkse weginspecties. Het onderhoud vindt zoveel mogelijk plaats volgens de methode van wegvakonderdeel gericht onderhoud[1].

De CROW-richtlijn is dat 90-92% van het areaal van voldoende en matige kwaliteit is (beeldkwaliteit A+, A en B). Dit percentage is een landelijk gemiddelde. Op dit moment haalt ons areaal dit percentage niet. Door de inzet van structureel extra budget is de afgelopen jaren de verdere achteruitgang van de kwaliteit van wegen gestopt en lijkt het tij nu te keren naar een toename van het percentage van het areaal dat van voldoende en matige kwaliteit is. Het doel is om onze wegen (+ wegmeubilair) binnen enkele jaren weer op het kwaliteitsniveau van de CROW-richtlijn te hebben.

Een inhaalslag in de investeringen en het nieuwe wegenbeheerplan met een juiste financiële vertaling in de begroting moeten het percentage wegen dat onvoldoende kwaliteit heeft weer op een aanvaardbaar niveau brengen. In de exploitatiekosten voor wegen is ook budget voor onkruidbestrijding op verharding en voor het onderhoud van wegmeubilair opgenomen.

Financiering
In de budgetten voor beheer en onderhoud van de wegen zijn een aantal ingroeivarianten opgenomen waarmee het budget de komende jaren substantieel hoger wordt. Na de weginspectie begin 2024 is opnieuw berekend of het beschikbare budget toereikend is voor het uitvoeren van het geactualiseerde wegenbeheerplan. Voor het groot onderhoud van de wegen is het de bedoeling om een voorziening in te stellen. Met het beheer en onderhoud is in 2025 een bedrag gemoeid van € 2.316.048 inclusief vaste lasten zoals kapitaallasten, verzekering, manuren, tractie. De direct inzetbare middelen voor het dagelijks beheer en onderhoud aan wegen bedragen in 2025 circa € 1.640.489. Dit is exclusief investeringen.

Riolering

In 2023 is het nieuwe Water- en Rioleringsprogramma (WRP) vastgesteld. Jaarlijks wordt het WRP uitgewerkt in een operationeel jaarprogramma. Hierin worden de concrete plannen voor aanleg, onderzoek, maatregelen, reparaties, vervanging en verbetering voor het betreffende jaar opgenomen. In het Operationele Programma (OP) wordt ook aangegeven of alle in vooraf­gaande OP’s beschreven taken zijn uitgevoerd (een evaluatie). Achtereenvolgende OP’s geven dus een volledig beeld van alle activiteiten die in de planperiode van het WRP zijn uitgevoerd.

De belangrijkste onderhoudsmaatregelen betreffen:

  • vervanging en reling vrijvervalriolering;
  • vervanging persleidingen;
  • vervanging versleten pompen en pompunits van de drukriolering;
  • onderzoeken functioneren riolering (onder andere meten aan overstorten);
  • onderhoud aan gemalen en pompen drukriolering en vrijvervalriolering (niet vooraf in te plannen reparaties).

Financiering
Om de uitvoer van de klimaatadaptatiestrategie te borgen, is binnen de rioleringsbudgetten voor de periode 2023-2030 een bedrag van € 50.000,- per jaar vrijgemaakt. Dit wordt gebruikt voor aanvullende onderzoeken, ondersteuning van initiatieven, opstellen van richtlijnen en ondersteuning in de uitvoer van de klimaatadaptatiestrategie. De kosten voor de uitvoering van klimaatadaptieve maatregelen zijn ondergebracht in de investeringen van de vrijvervalriolering. Het reguliere preventieve onderhoud aan rioleringen gebeurt op basis van het operationeel plan. Met dit onderhoud is in 2025 een bedrag gemoeid van € 2.035.821 (inclusief kapitaallasten, manuren en tractie).

De geplande investeringen in 2025 zijn: € 460.000 voor vrijvervalriolering, € 124.000 voor rioolgemalen, € 205.000 voor de pompunits en € 403.000 voor de persleidingen.

Water

Het Hoogheemraadschap van Delfland is, binnen haar beheergebied, verantwoordelijk voor de waterkwantiteit en -kwaliteit. Daarom eist het hoogheemraadschap met de regelgeving in de zogenaamde ‘keur’ dat alle watergangen voldoen aan de normen die zij daaraan stelt. Deze normen bepalen onder meer de diepte van de watergang en de hoeveelheid plantengroei die is toegestaan. Afhankelijk van het type watergang en de daarvoor geldende normen moet het onderhoud minder of meer frequent uitgevoerd worden. De eigenaren en/of aangelanden van de watergangen zijn voor deze uitvoering verantwoordelijk. De gemeente is eigenaar en aangelande van een groot aantal watergangen of delen daarvan. Voor de gemeente betekent dit dat zij hieraan jaarlijks onderhoud moet uitvoeren. In 2024 is er een nieuw concept beheerplan baggeren opgesteld dat de basis is voor het planmatig uitvoeren van dit onderhoud. In dat jaar heeft het Hoogheemraadschap van Delfland nieuw baggerbeleid vastgesteld. Hierin is opgenomen dat het hoogheemraadschap meer voor gemeenten wil gaan baggeren. In 2025 wordt het beleid en de samenwerking in de uitvoering nader afgestemd met het hoogheemraadschap. Voor het maaiwerk lopen er meerjarige onderhoudscontracten. In 2025 worden deze vernieuwd.

De belangrijkste onderhoudsmaatregelen betreffen:
-uitmaaien van de watergangen;
-bagger­werkzaamheden;
-maaien van de slootkanten;
-verwijderen van drijfvuil en overhangende takken.

Financiering
Het reguliere preventieve onderhoud aan water gebeurt op basis van het onderhoudsplan en meerjarige onderhoudsbestekken. In 2025 wordt er naar verwachting een nieuw baggerplan vastgesteld. Met dit onderhoud is in 2025 een bedrag gemoeid van circa € 416.602.

Groen

De gemeenteraad heeft het ‘Groenbeleidsplan Midden-Delfland 2007-2022’, zoals uit de titel blijkt, vastgesteld voor de periode 2007-2022. Bij de vaststelling is bewust gekozen voor een lange looptijd van het plan. De reden daarvan is dat ontwikkelingen in het openbaar groen vaak langjarig zijn. Bestendigheid in beleid is belangrijk om het groenbeheer goed uit te kunnen voeren. In 2025 wordt er een nieuw groenbeleidsplan vastgesteld.

De groenvoorzieningen in Midden-Delfland worden door de eigen dienst en door aannemers onder­houden. Het overgrote deel van het onderhoud is uitbesteed aan aannemers. De afspraken met de aannemers over planmatige uitvoering van het onderhoud zijn vastgelegd in meerjarige onderhoudscontracten (groenbestekken). In 2025 worden nieuwe contracten afgesloten.

Financiering
Met het groenonderhoud is een bedrag gemoeid van € 1.414.838 in 2025, inclusief vaste lasten zoals kapitaallasten, manuren en tractie. De direct inzetbare middelen voor het dagelijks beheer en onderhoud van het openbaar groen bedragen in 2025 € 748.081. Dit is exclusief investeringen.

Speelplaatsen

Het beleidsplan (Nota spelen) is gericht op een ontwikkeling van het aanbod van speelvoorzieningen. Het areaal speelplekken verandert geleidelijk. Aanpassingen leiden tot een betere spreiding van het aanbod. Speeltoestellen verouderen en zijn in principe na 10 tot 15 jaar afgeschreven, afhankelijk van het materiaal. Door het opstellen en bijhouden van een beheer-, vervangings- en onderhoudsprogramma kunnen de speelterreinen kwalitatief in goede conditie worden gehouden en voldoen deze aan de veiligheidseisen. In het beleidsplan is op basis van wetgeving en de kwaliteit van de speelplaatsen een vervangingsoverzicht opgesteld. Het reguliere preventieve onderhoud aan speelvoorzieningen gebeurt op basis van het beleidsplan. In 2025 wordt er een nieuw beleidsplan vastgesteld.

De gemeente voert het onderhoud aan speelterreinen zelf uit. Maandelijks controleren wij de toestellen en terreinen. Ook voeren wij jaarlijks een algemene veiligheidsinspectie uit. Bij gebreken en/of schade nemen wij direct maatregelen. De controles en verrichte reparaties tekenen wij op in een logboek.

Financiering
Met dit onderhoud is een bedrag gemoeid van € 47.374 in 2025. In 2025 is voor het uitvoeren van reconstructies aan speelvoorzieningen een investeringskrediet geraamd van € 130.000.

Openbare verlichting

Het verbeteren en het energiezuiniger maken van de openbare verlichting vindt plaats aan de hand van het actuele beheerplan (Keuzenotitie openbare verlichting), dat in 2024/2025 wordt geactualiseerd. Het reguliere preventieve onderhoud aan openbare verlichting vindt plaats op basis van het onderhouds­plan. Afgeschreven verlichting vervangen wij voor zuinige, slimme en innovatieve verlichting. In het (landelijke) energieakkoord voor duurzaam energiebeleid zijn doelstellingen op het gebied van energiebezuiniging beschreven. Aan de hand van het beheerplan willen we bereiken dat de openbare verlichting:
-conform de ROVL-2011 richtlijnen in goede staat van onderhoud blijft;
-wanneer mogelijk wordt verbeterd;
-conform de doelstelling energiezuiniger en slimmer wordt.

Financiering
Met het onderhoud is in 2025 een bedrag gemoeid van € 540.842 inclusief vaste lasten. De direct inzetbare financiële middelen voor het laten branden van en het dagelijks beheer en onderhoud aan de openbare verlichting bedragen in 2025 circa € 346.811. Dit is exclusief investeringen.

Civiele kunstwerken

Onder de civiele kunstwerken verstaan wij bruggen, brugduikers, kades, damwanden, stuwen en beschoeiingen. De bruggen en brugduikers worden driejaarlijks geïnspecteerd. De laatste inspectie was in 2023. Het onderhoud wordt uitgevoerd conform de inspectieresultaten. Voor de kades, damwanden, stuwen en beschoeiingen worden naar verwachting in 2024 nieuwe beheerplannen vastgesteld. Voor de bruggen wordt in 2024 het geactualiseerde beheerplan vastgesteld.

Financiering
Met het preventieve en correctieve onderhoud is in 2025 een bedrag gemoeid van € 556.119 inclusief vaste lasten zoals kapitaallasten, manuren en tractie. De direct inzetbare middelen voor het dagelijks beheer en onderhoud van de civiele kunstwerken bedragen in 2025
€ 372.532.

Gebouwen

De huidige vastgoedportefeuille is grotendeels historisch gegroeid en niet ontstaan vanuit een overkoepelende visie op het gemeentelijke vastgoed. Een aantal gebouwen heeft niet tot nauwelijks een maatschappelijke of commerciële functie, zoals de kerktoren in Maasland. Losse grond, de openbare ruimte, renovaties en (school)gebouwen waarop de gemeente nog een economisch claimrecht heeft, vallen buiten de scope van het beheer van de gemeentelijke gebouwen.

In 2024 wordt er naar verwachting een (nieuw) beheerplan onderhoud gemeentelijke gebouwen 2024 – 2028 vastgesteld. Dit plan onderbouwt de voorziening die we voornemens zijn in te stellen voor het meerjarig groot onderhoud van het gemeentelijk vastgoed. In het beheerplan wordt het te hanteren beheer voor een doelmatig en efficiënt onderhoud van deze gebouwen beschreven. Daarnaast is de verduurzaming van de gemeentelijke gebouwen onderdeel van het beheerplan. Op dit moment heeft de gemeente 34 gebouwen in beheer en eigendom, waarbij aan 28 gebouwen groot onderhoud wordt uitgevoerd.

Financiering
Voor het groot onderhoud van de gemeentelijke gebouwen zijn we voornemens om vanaf 2024 een voorziening in te stellen. Deze voorziening moet de kosten dekken voor het groot onderhoud in de komende 10 jaar inclusief verduurzaming. Het restant van de reserve groot onderhoud gebouwen en de reeds toegekende kredieten voor groot onderhoud worden eenmalig in de voorziening gestort.