Ga naar de inhoud van deze pagina.
Begroting 2025-2028 Gemeenteraad - Begroting 2025-2028

Lokale heffingen

De gemeentelijke belastingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. Van deze lokale heffingen horen de onroerendezaakbelastingen (OZB) en de toeristenbelasting bij de algemene dekkingsmiddelen. Daarnaast zijn er heffingen die niet tot de algemene dekkingsmiddelen behoren. Afvalstoffenheffing en rioolheffing zijn hiervan de voornaamste twee.

Nota lokale heffingen

De raad stelde op grond van de ‘Financiële verordening gemeente Midden-Delfland’ op 26 april 2016 de nota Lokale heffingen Midden-Delfland 2016 vast. Deze nota beschrijft de samenstelling van de gemeentelijke belastingen en heffingen. Ook andere zaken die nauw samenhangen met de heffing en inning van deze belastingen en heffingen staan in de nota. In 2024 wordt deze nota geactualiseerd.
In deze paragraaf beschrijven wij de actuele stand van zaken.

Onroerendezaakbelasting (OZB)

De opbrengst van de OZB behoort tot de algemene dekkingsmiddelen. Dit betekent dat de opbrengst van de OZB wordt gebruikt voor kosten van voorzieningen zoals openbare verlichting, onderwijs, sport, cultuur, onderhoud aan wegen en plantsoenen.

De grondslag van de OZB is de waarde van de onroerende zaken in de gemeente. De OZB bestaat uit een eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en een gebruikersbelasting voor niet-woningen. Voor de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) worden de onroerende zaken jaarlijks getaxeerd. Voor het belastingjaar 2023 geldt de waarde van peildatum 1 januari 2022.

De Waarderingskamer controleert en beoordeelt gemeenten op de uitvoering van de Wet WOZ. De score wordt uitgedrukt in sterren, waarbij 1 ster de laagste score is (met als toelichting 'moet dringend verbeterd worden'). 4 sterren kwalificeert als 'goed'. De maximale score is 5 sterren. Deze score wordt bereikt wanneer de beoordeling meerjarig goed is. In 2018 heeft de Waarderingskamer haar algemeen oordeel voor Midden-Delfland verhoogd naar 5 sterren vanwege de stabiel goede kwaliteit. In augustus 2022 heeft de Waarderingskamer laten weten het algemeen oordeel blijft staan op 5 sterren. Wederom een fijne waardering voor de inzet, betrokkenheid en enthousiasme van de medewerkers van het team Belastingen.

De Waarderingskamer heeft besloten om per 1 januari 2022 alle gemeenten en uitvoeringsorganisaties de woningen verplicht te laten taxeren op basis van de gebruikersoppervlakte in plaats van op inhoud. De belangrijkste reden hiervoor is dat dit beter aansluit bij de markt. In de verkoopadvertenties wordt bijv. melding gemaakt van de gebruiksoppervlakte van woningen. Daarnaast wordt de gebruikersoppervlakte ook gebruikt in de basisregistraties.
Ook Midden-Delfland is overgegaan van kubieke meters naar vierkante meters in de WOZ- administratie. Hierbij is uitgegaan van de criteria die de Waarderingskamer hanteert.

In 2020 is een benchmark woonlasten ingevoerd. Naast de OZB worden hierin ook de riool- en afvalstoffenheffing vergeleken. Door vergelijking van de gemeentelijke woonlasten en de tariefontwikkeling met landelijke en provinciale gemiddelden, moeten de onderlinge verschillen tussen gemeenten inzichtelijker worden. Ook is het de bedoeling dat de benchmark het lokale debat over de keuzes voor ontwikkelingen, zoals de stijging van de lasten, bevordert.

Met ingang van begrotingsjaar 2022 stelt de gemeenteraad jaarlijks de tarieven van de OZB vast. Hierbij wordt uitgegaan van een verhoging van de OZB-opbrengsten met 3% per jaar, zoals reeds in de Begroting 2021-2024 in de ramingen is opgenomen. Het uitgangspunt is zo weer een evenwichtige ontwikkeling van de totale opbrengst geworden en niet de (nu sterk stijgende) marktontwikkeling van de onroerende zaken die leidt tot een relatief hogere lastendruk voor de belastingbetalers.

De WOZ-waarde wordt bepaald aan de hand van gerealiseerde verkoopcijfers. De waardeontwikkeling wordt pas in de loop van een jaar duidelijk. Gebruik van landelijke cijfers is niet gewenst, omdat deze afwijken van de situatie in Midden-Delfland. Voorlopig wordt voor de woningen voor 2025 de verwachte marktontwikkeling van 3% aangehouden. Dit is gebaseerd op een overzicht van de taxateur waarin per kwartaal wordt bijgehouden hoe de verkoopcijfers zich ontwikkelen.

In de volgende tabel staan de OZB-tarieven.

OZB - tarieven*

2025

2026

2027

2028

Tarief eigenaren woningen

0,1080%

0,1112%

0,1146%

0,1180%

Tarief eigenaren niet-woningen

0,2334%

0,2404%

0,2476%

0,2550%

Tarief gebruikers niet-woningen

0,1676%

0,1726%

0,1778%

0,1831%

* Jaarlijks worden de tarieven vastgesteld, waarbij rekening wordt gehouden met de waardeontwikkeling van het vastgoed en uitgaande van een opbrengststijging van 3% per jaar. De tariefstijging in deze tabel is 3% per jaar (bij een fictieve waardeontwikkeling van 0%). Wanneer de waardeontwikkeling > 0% per jaar is, worden de tarieven naar beneden bijgesteld en vice versa.

Hierna wordt de lastendruk weergegeven op basis van het huidige beleid en op basis van onze voorstellen.

Lastendruk bij huidig beleid

Uitgangspunten:

  • eigen woning WOZ-waarde € 430.000 (2024), € 443.000 (2025)
  • meerpersoonshuishouden

Belasting

Stijging

2024

2025

OZB-eigenaar

3%

€ 459,38

€ 478,44

Afvalstoffenheffing

8%

€ 371,41

€ 401,16

Rioolheffing

0%

€ 225,11

€ 225,11

Totaal


€ 1.055,90

€ 1.104,71

Een huishouden zonder eigen woning betaalt geen OZB-eigenaar, de totale lastendruk voor huurders is dus lager.

Toeristenbelasting

In de vergadering van 25 oktober 2022 heeft de gemeenteraad besloten tot de invoering van toeristenbelasting in Midden-Delfland. Met het heffen van toeristenbelasting wordt beoogd extra inkomsten te generen waarmee onder meer een bijdrage kan worden geleverd aan ‘Midden-Delfland’. De opbrengsten blijven door toevoeging aan de Bestemmingsreserve Midden-Delfland beschikbaar voor dit doel.

De voorgestelde tarieven voor 2025 bedragen € 1,00 per persoon per overnachting op een camping (in een kampeermiddel) en € 1,50 per persoon per overnachting in de overige accommodaties. De verwachte opbrengst in 2025 bedraagt op basis van deze tarieven € 120.000.

Afvalstoffenheffing

Uitgangspunt van de afvalstoffenheffing is de kosten van de afvalinzameling en -verwerking voor 100% te dekken door de opbrengst van de afvalstoffenheffing. Door nieuwe ontwikkelingen (invoering zijbelading, andere wijze ophalen oud papier) was het mogelijk om het tarief voor de afvalstoffenheffing in 2022 te laten dalen met circa 4% ten opzichte van 2021. Op basis van de geactualiseerde kostenraming van Avalex is de afvalstoffenheffing in 2023 nog eens met 4% verlaagd ten opzichte van 2022. Voor de jaren 2024 en 2025 bleek een verhoging van 8% noodzakelijk, onder meer door de fors gestegen inflatie. Voor de jaren 2026 t/m 2028 wordt op basis van ongewijzigd beleid uitgegaan van gelijkblijvende tarieven. Bij elke nieuwe begroting wordt dit getoetst aan het uitgangspunt van 100% kostendekking.

Vanaf 2021 is een uitsplitsing van de inkomsten uit afvalinzameling opgenomen in de ‘Begroting in één oogopslag’. Het gaat hierbij om de inzameling glas, papier/karton en PMD.

Het totaaloverzicht van de inkomsten afvalinzameling begroot voor 2025 is als volgt:

Uitsplitsing inkomsten uit afvalinzameling

Rekening 2023

Begroot 2024

Begroot 2025

Afvalstoffenheffing

2.535.362

2.767.365

2.949.838

Afvalinzameling

245.000

245.000

245.000

Inzameling glas

19.000

19.000

19.000

Inzameling karton

90.000

90.000

90.000

Inzameling PMD

127.000

127.000

127.000

Inzameling overige

9.000

9.000

9.000


In de volgende tabel staan de tarieven voor 2024 tot en met 2028.

Afvalstoffenheffing

2024

2025

2026

2027

2028

Tarief meerpersoonshuishouden

€ 371,40

€ 401,16

€ 401,16

€ 401,16

€ 401,16

Tarief eenpersoonshuishouden

€ 279,96

€ 302,28

€ 302,28

€ 302,28

€ 302,28


Kostendekking en egalisatievoorziening afvalstoffenheffing

Verloop egalisatievoorziening afvalstoffenheffing

2025

2026

2027

2028

Stand per 1 januari

43.030

3.203

- 239.828

- 574.745

Onttrekking / storting

- 39.827

- 243.031

- 334.917

- 452.326

Stand per 31 december

3.203

- 239.828

- 574.745

- 1.027.071

Rioolheffing

De opbrengsten van deze heffing dekken de lasten van het rioolstelsel. De kosten van de uitvoering van het water en rioleringsprogramma en het daarmee samenhangende investeringsschema zijn verwerkt in programma 3 Beheer, Verkeer en Milieu. In het Water- en rioleringsprogramma 2024-2030 (WRP) zijn (onder meer) de geactualiseerde kostenraming en benodigde kostendekking voor de wettelijke taken (zorgplichten) op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater en beleidstaken voor klimaatadaptatie opgenomen. Op basis van dit WRP was in 2024 een tariefstijging van 7,5% voor de rioolheffing noodzakelijk. Dit kwam enerzijds door de doorrekening van de maatregelen die nodig zijn om te komen tot het wensbeeld voor de toekomst. Anderzijds door de flinke kostenstijging van de afgelopen jaren.
Het uitgangspunt van het WRP is dat het tarief gedurende de planperiode van het WRP, behoudens correctie voor inflatie, onveranderd blijft. Wel wordt dit bij elke nieuwe begroting getoetst aan het uitgangspunt van 100% kostendekking.

In de volgende tabel staan de tarieven (excl. inflatiecorrectie) voor 2024 tot en met 2028.

Rioolheffing

2024

2025

2026

2027

2028

Tarief

225,11

225,11

225,11

225,11

225,11


Kostendekking en egalisatievoorziening rioolheffing

De totale kosten voor riolering, inclusief BTW, worden geraamd op € 2.538.294. De totale opbrengst uit rioolheffing en overige baten riolering bedragen € 1.908.681. Het dekkingspercentage voor de riool­heffing is minder dan 100. Het bedrag onder de 100% onttrekken wij aan de egalisatievoorziening. Deze wordt ook ingezet voor toekomstige investeringen. De volgende tabel verduidelijkt het verloop van de egalisatievoorziening.

Verloop egalisatievoorziening rioolheffing

2025

2026

2027

2028

Stand per 1 januari

7.101.771

6.472.158

5.816.755

5.130.892

Onttrekking / storting

-629.613

-655.403

-685.863

-489.861

Stand per 31 december

6.472.158

5.816.755

5.130.892

4.641.031


Kwijtscheldingsbeleid

De gemeente voert een actief kwijtscheldingsbeleid. Op het aanslagbiljet staat informatie over de kwijtscheldingsmogelijkheid en de procedure voor het verkrijgen van kwijtschelding. De voorschriften voor het beoordelen of een burger in aanmerking komt voor kwijtschelding zijn vastgelegd in de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Het is voor gemeenten niet mogelijk van deze centrale regeling af te wijken. De enige mogelijkheid die gemeenten hebben om meer burgers in aanmerking te laten komen voor kwijtschelding is de normen voor de kosten maximaal te verruimen. De gemeente Midden-Delfland heeft deze normen (bijvoorbeeld kwijtscheldingsnorm, vermogensnorm) maximaal verruimd. Dit is terug te vinden in de Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen Midden-Delfland. Beoordeling van een verzoek gebeurt op basis van het vermogen en het netto besteedbare inkomen van de volledige huishouding.

Bij een eerste verzoek om kwijtschelding worden relevante gegevens automatisch getoetst bij de Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen (UWV) en de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Blijkt uit deze toetsing dat belastingplichtige in aanmerking komt voor kwijtschelding, dan krijgt hij dat meteen. Aanvullende gegevens van de belastingplichtige zijn dan niet nodig.

Voor belastingplichtigen die daar toestemming voor geven, worden ook in de komende jaren de rele­vante gegevens automatisch getoetst. Het invullen van een kwijtscheldingsformulier is dan niet nodig.

Kwijtschelding kan tot 100% worden toegekend voor de onroerendezaakbelasting, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de leges voor de kosten van een Nederlandse identiteitskaart.

In de begroting 2025-2028 is rekening gehouden met kwijtschelding tot de volgende bedragen.

Verloop kwijtscheldingsbeleid

2025

2026

2027

2028

Afvalstoffenheffing

69.282

69.282

69.282

69.282

Rioolheffing

46.542

46.542

46.542

46.542

Totale kwijtschelding

115.824

115.824

115.824

115.824


De meerjarige kosten blijven (vooralsnog) gelijk vanwege de gelijkblijvende tarieven voor afvalstoffenheffing en rioolheffing. Door de huidige economische omstandigheden is het denkbaar dat de bedragen voor kwijtschelding zullen stijgen. Omdat dit op voorhand moeilijk te ramen is, monitoren wij dit in de loop van het jaar nauwgezet en indien nodig tijdens het jaar in de PBW’s opnemen.

Opbrengst leges en belastingen

De verwachte opbrengsten voor leges en belastingen zijn in de meerjarenbegroting verwerkt.

Overzicht geraamde inkomsten

2025

2026

2027

2028

Burgerlijke stand

63.787

65.400

67.000

68.600

Rijbewijzen en reisdocumenten

319.936

374.136

397.236

397.236

Leges gehandicaptenparkeerkaarten

6.800

7.000

7.200

7.400

BRP

4.500

4.600

4.700

4.800

Overige leges burgerzaken

2.400

2.500

2.600

2.700

Bruggelden

5.000

5.000

5.000

5.000

Bijzondere transporten

2.800

2.900

3.000

3.100

Verhaal kosten welstandstoezicht

27.800

28.500

29.200

29.900

Volkshuisvesting

112

114

114

114

Monumenten

1.400

1.400

1.400

1.400

Afvalstoffenheffing

2.949.838

2.978.071

3.006.304

3.012.047

Bouwleges

1.190.513

277.686

118.319

86.695

Rioolheffing

1.886.281

1.903.165

1.920.049

1.936.933

Algemene plaatselijke verordening

16.100

16.500

16.900

17.300

OZB

6.780.356

6.998.415

7.207.842

7.423.552

Begrafenisrechten

67.300

68.900

70.500

72.100

Totaal

13.324.923

12.734.287

12.857.364

13.069.077


Nieuwe begrotingsvoorschriften en kostenonderbouwing heffingen

Met ingang van 1 januari 2017 zijn de begrotingsvoorschriften in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) aangepast. Deze wijziging heeft ook invloed op de berekening van de kostenonderbouwing van gemeentelijke heffingen. Door deze aanpassing is de methode waarmee overhead kan worden toegerekend gewijzigd. Dit zorgt voor hogere toe te rekenen bedragen aan overhead bij de diverse heffingen.

De overhead is bepaald als percentage van de toe te rekenen werkgeverslasten op een taakveld. Dit percentage bedraagt 98%. Dit betekent dat wanneer een bedrag aan werkgeverslasten als directe kosten aan de heffing wordt toegerekend, 98% van de werkgeverslasten van dit taakveld als overhead wordt toegerekend.

Bij de rioolheffing is op een andere wijze de overhead toegerekend. Hier is de overhead als percentage van alle lasten op alle taakvelden (exclusief overhead) gebruikt. Dit heeft als reden dat de rioolheffing vooral kapitaalintensief is. Bij een toerekening op basis van de werkgeverslasten zou er relatief weinig overhead toegerekend worden.

Beleidsuitgangspunten

Gemeentelijke heffingen

De gemeentelijke heffingen die Midden-Delfland kent zijn onroerendezaakbelasting (OZB), afvalstoffenheffing, rioolheffing, toeristenbelasting, begrafenisrechten en leges. Bij deze heffingen, behalve de OZB en toeristenbelasting, mogen de geraamde opbrengsten de geraamde lasten niet overstijgen. In deze aanvulling vindt u de kostendekkendheidspercentages van de verschillende heffingen.

Kostendekkendheid afvalstoffenheffing

Omschrijving

Bedrag

Kosten taakveld

2.532.753

Inkomsten taakveld excl. heffingen

-/- 36.000

Netto kosten taakveld

2.496.753

Toe te rekenen kosten:


Overhead

97.576

BTW

507.121

Totale kosten

3.101.450

Opbrengst heffingen

2.949.833

Dekkingspercentage

95,11%


Bij de kosten voor dit taakveld zijn de kosten (gedeeltelijk) meegenomen van:
- Straatvegen, dit houdt de openbare ruimte vrij van veeg- en zwerfafval.
- Kwijtschelding van de afvalstoffenheffing.
- Kosten van toezicht en handhaving van de aanbiedingsregels.
- Kosten van het taakveld afval.

Kostendekkendheid rioolheffing

Omschrijving

Bedrag

Kosten taakveld

1.928.371

Inkomsten taakveld excl. heffingen

-/- 22.400

Netto kosten taakveld

1.905.971

Toe te rekenen kosten:


Overhead

470.142

BTW

251.774

Totale kosten

2.627.887

Opbrengst heffingen

1.886.281

Dekkingspercentage

71.78%


Bij de kosten voor dit taakveld zijn de kosten (gedeeltelijk) meegenomen van:
- Aanleg en onderhoud van openbaar water, vijvers en kleine watergangen.
- De kosten van het schoonhouden en onderhouden van taluds. Een deel van deze kosten is toe te rekenen aan de gemeentelijke watertaken.
- Straatvegen, het bladafval zorgt voor verstoppingen van kolken. Straatvegen voorkomt dit.
- Kwijtschelding van de rioolheffing.
- Kosten van het taakveld riolering.

Kostendekkendheid legesverordening

De tarieventabel bij de legesverordening bestaat uit drie titels. De eerste titel bevat de algemene dienstverlening, zoals bijvoorbeeld het verstrekken van een paspoort. De tweede titel bevat de dienstverlening die samenhangt met de omgevingsvergunning en de derde titel de dienstverlening die valt onder de Europese dienstenrichtlijn. Hieronder vindt u eerst de kostendekking van de gehele legesverordening. Daarna volgt een overzicht per titel.

Kostendekkendheid totaal

Omschrijving

Bedrag

Kosten taakveld

1.280.247

Inkomsten taakveld excl. heffingen

-/- 8.400

Netto kosten taakveld

1.271.847

Toe te rekenen kosten:


Overhead

789.692

BTW

98.804

Totale kosten

2.160.343

Opbrengst heffingen

1.642.848

Dekkingspercentage

76,05%


Kostendekkendheid titel 1 Algemene dienstverlening

Omschrijving

Bedrag

Kosten taakveld

309.884

Inkomsten taakveld excl. heffingen

-/- 1.700

Netto kosten taakveld

308.184

Toe te rekenen kosten:


Overhead

116.456

BTW

41.028

Totale kosten

465.668

Opbrengst heffingen

400.223

Dekkingspercentage

85.90%


Kostendekkendheid titel 2 Dienstverlening omgevingsvergunningen

Omschrijving

Bedrag

Kosten taakveld

831.251

Inkomsten taakveld excl. heffingen

-

Netto kosten taakveld

831.251

Toe te rekenen kosten:


Overhead

535.808

BTW

54.080

Totale kosten

1.421.140

Opbrengst heffingen

1.219.713

Dekkingspercentage

85,83%


Kostendekkendheid titel 3 Dienstverlening Europese dienstenrichtlijn

Omschrijving

Bedrag

Kosten taakveld

139.110

Inkomsten taakveld excl. heffingen

-/- 6.700

Netto kosten taakveld

132.411

Toe te rekenen kosten:


Overhead

137.428

BTW

3.696

Totale kosten

273.535

Opbrengst heffingen

22.912

Dekkingspercentage

8,38%


Er is sprake van kruissubsidiëring tussen de verschillende titels doordat er sprake is van verschillende dekkingspercentages. Dit is echter geen bewuste beleidskeuze. Het uitgangspunt is een titel maximaal 100% kostendekkend te maken. Er is dus geen sprake van bewust meer dan 100% opbrengst op een titel genereren om met deze opbrengst de lasten op een andere titel te dekken.

Bij de leges omgevingsvergunning (titel 2) is er wel sprake van kruissubsidiëring tussen de onderdelen. Door de manier waarop de tarieven zijn opgebouwd kost een bouwvergunning voor bijvoorbeeld een dakkapel meer dan deze aan leges opbrengt. Bij grotere bouwprojecten is dit andersom. Dit is een bewuste keuze. Hierdoor blijven vergunningen voor kleine verbouwingen van de burger betaalbaar.

Bij het bepalen van de toe te rekenen kosten en overhead is gebruik gemaakt van de handreiking van de VNG. Omdat dit om nieuwe regelgeving gaat en er nog ontwikkelingen zijn in de uitleg hiervan kunnen er de komende tijd nog wijzigingen optreden. Het kan daarom voorkomen dat de toe te rekenen overhead dit jaar afwijkt van de in komende jaren toe te rekenen overhead.

Kostendekkendheid begrafenisrechten

Omschrijving

Bedrag

Kosten taakveld

189.134

Inkomsten taakveld excl. heffingen

-

Netto kosten taakveld

189.134

Toe te rekenen kosten:


Overhead

140.281

BTW

0

Totale kosten

329.415

Opbrengst heffingen

151.500

Dekkingspercentage

45,99%


Bij deze heffing zijn alleen de kosten van het taakveld lijkbezorging toegerekend. De compensabele btw is bij deze heffing al verwerkt in de lasten van het taakveld. Dit heeft als oorzaak dat niet alle btw van deze post compensabel is.

Kostendekkendheid bruggelden

Omschrijving

Bedrag

Kosten taakveld

28.700

Inkomsten taakveld excl. heffingen

-

Netto kosten taakveld

28.700

Toe te rekenen kosten:


Overhead

-

BTW

6.027

Totale kosten

34.727

Opbrengst heffingen

5.000

Dekkingspercentage

14,40%